- zeuren
- {{zeuren}}{{/term}}1 [vervelen] assommer (qn.)2 [klagen] geindre 〈ook figuurlijk〉3 [hetzelfde herhalen] rabâcher4 [Algemeen Zuid-Nederlands][vals spelen] tricher♦voorbeelden:1 wil je niet zo aan mijn kop zeuren! • tu as fini de me casser les pieds!zij zeuren om hun zakgeld • ils me cassent les pieds pour avoir leur argent de poche2 hij zeurt maar over zijn kwaaltjes • il n'arrête pas de se plaindre de sa santé¶ een zeurende pijn • ±une douleur lancinante
Deens-Russisch woordenboek. 2015.